Systeem15. Europa (EU)

De PPEU wil de EU omvormen naar een Europese NeoStaat  (ENS). Dat is geen federale staat, geen verenigde (geo)staten van Europa, maar een meer-schalen staat, waarin meerdere schalen van staat mogelijk worden gemaakt: stadstaten,regio-staten, nationale staten en één enkele Europese staat die in een dynamisch bestuurlijk systeem van checks and balances zijn samengebonden. (deel3).

De PPEU streeft er naar, de EU, stap voor stap, om te vormen tot een Europese NeoStaat (van EU naar ENS). Dit is het stappenplan.

In het programma van de PPEU wordt allereerst het beginsel van rechtscontinuïteit gehuldigd. D.w.z. niemand mag door een ‘wisseling van staatsburgerschap’ plotseling onbeschermd zijn en rechteloos worden.

Daarom dienen alle neostaten het uitganspunt te hanteren dat zegt dat nimmer grondrechten en plichten van de bronstaat van de burger mogen komen te vervallen, als de doelstaat daar (nog) niet in voorziet.

We starten met de registratie van de staatsvoorkeuren van burgers. Eens per 4 jaar mag elke EU burger zijn voorkeur schaal van staat, de primaire staat, geven. Dat gebeurt bij de verkiezingen van het EP.  

Als voldoende nationale burgers ENS burger willen worden zullen bij de daaropvolgende EP verkiezingen nieuwe Europese, transnationale, politieke partijen meedoen. De zetelverdeling in het EP tussen nationale en transnationale partijen is dynamisch, op basis van uitgebrachte stemmen. Transnationale burgers stemmen op transnationale partijen die een proportioneel deel van de zetels van het Europees Parlement verkrijgen voor hun transnationale vertegenwoordigers. 

Deze bestuurlijke vernieuwing kan binnen de EU worden doorgevoerd.

Maar, de volgende stap - het rechtstreeks kiezen van het dagelijks bestuur van ENS door eigen burgers - vereist allereerst dat als de huidige nationale geostaten van de EU worden omgezet in neostaten. Burgers kunnen hun identiteit daarna daadwerkelijk opschalen naar de Europese schaal. Indien meer dan  100 miljoen burgers van nationale lidstaten hun primaire gemeenschap hebben opgeschaald naar de ENS, dan hebben zij het recht rechtstreeks de voorzitter van de Europese Commissie te kiezen. Nationale burgers kunnen niet stemmen voor het dagelijks bestuur van Europa: Ze stemmen alleen voor het EP en indirect voor de Raad van Europa uitgebracht. De voorzitter selecteert vervolgens zijn of haar eigen Eurocommissarissen.

Als de voorzitter rechtstreeks door de eigen burgers wordt gekozen, zal de rol van de Raad van Europa (de regeringsleiders van de lidstaten)  veranderen in een senaat die alle Europese voorstellen beoordeelt op de gevolgen voor de wisselwerking tussen de rechtssystemen van de lagere neostaten en de Europese neostaat. De besluitvorming vindt plaats met gewone meerderheid van stemmen.

Als de ENS eigen burgers heeft zal haar Europese identiteit worden versterkt, verankerd in het idee van een Europese waardengemeenschap en een Europese traditie van idealisme, verlichting, de Rede, geloof in vooruitgang. De neostaat biedt ruimte aan eenheid in verscheidenheid en bestuurlijke flexibiliteit. Het neostaten-model bevrijdt staatsvorming uit zijn nationale harnas. Er kunnen nieuwe staten ontstaan. Regio’s en grote steden kunnen kiezen voor de weg van de neostaat, waarin ze meer zelfstandigheid krijgen.

Er zijn binnen Europa veel regio’s (o.a. Catalonie, Schotland, Vlaanderen, Lombardije) die zelfstandig willen worden als geostaat. Een dergelijke territoriale afscheiding wijst de ENS af. De ENS steunt echter initiatieven die leiden tot regionale neo-staten. Elke neostaat (stadstaat, regiostaat, nationale staat) kan lid te worden van ENS  (en een eigen vertegenwoordiging in het parlement krijgen) als de de neo-staat minimaal 6 miljoen eigen burgers heeft.  

Een volgende stap is ook bedrijven moeten kiezen. Via de KvK kunnen zij hun primaire schaal wijzigen en zullen dan onder de ‘wetgeving’ van de gekozen neostaat komen te vallen, mits de neostaat wetgeving voor het bedrijfsleven heeft vastgesteld.

De ENS zal een eigen grondwet opstellen waarin we het recht op betaalde arbeid, op onderwijs, en het recht op samenleven met anderen in een eigen cultuur of identiteit.

Maar ook het genoemde democratisch grondrecht: het recht op keuze van de Schaal van Staat.

Neostaten zijn en vloeibaar, ze ‘doordringen ‘ elkaar en het is het mogelijk dat een neostaat geen volwaardig eigen pakket aan voorzieningen heeft, maar, via afspraken, gebruik maakt van voorzieningen van andere neo-staten. De PPEU streeft er echter naar, als de voldoende stappen gezet zijn in de bestuurlijke hervormingen, het takenpakket van de ENS uit te breiden,  een eigen belastingstelsel voor burger en bedrijven (systeem1, 4) een eigen sociaal zekerheidsstelsel (systeem3) en nieuwe arbeidsmarktinstrumenten (systeem2).  De PPEU wil dat de ENS een volwaardig takenpakket op terrein van arbeidsparticipatie, sociale zekerheid en belastingen voor zijn eigen burgers krijgt.

De Europese staat heeft een eigen belastinggebied en ontvangt bijdragen van constituerende staten van lagere schalen. De nieuwe sociaaleconomische beleidsinstrumenten (deel 1) worden binnen de Europese Staat gebruikt het eenzijdig takenpakket (economie en financiën) in balans moeten brengen met een nieuwe sociale dimensie van Europa.

In de wereldwijde concurrentiestrijd dreigt de EU echter steeds verder achterop te raken. In een veel geprezen rapport over het concurrentievermogen van de EU, onlangs uitgebracht door Draghi, wordt een tweesporen beleid gevolgd. Allereerst een sectorale aanpak m.b.t. energie, grondstoffen, digitaal (netwerk g5, ai, en chips),  eiis, clean tech, auto, defensie, ruimte, pharma en transport. En daarnaast een horizontale aanpak voor alle sectoren: meer innovatie, meer investeringen, de skill-

gap verminderen (onderwijs), schaalvergroting van bedrijven (over de nationale grenzen heen), een gemeenschappelijk kapitaalmarkt en minder (nationale) regelgeving en bestuurlijke veranderingen. De PPEU onderschrijft de noodzaak van actie maar wil andere accenten leggen. (zie systeem11).

Een gemeenschappelijke kapitaalmarkt en schaalvergroting is, gezien de huidige bestuurlijke context (een EU van 27 lidstaten met sterke populistische tendensen), is vooral wishfull thinking van politici. Het is beter om de grote spaarvermogens van individuele burgers te activeren door participatie in innovatie en startups  mogelijk te maken. Beter dan technologische monopolisten te creeren, kan worden ingezet op ondersteuning van een grote diversiteit aan ‘kleinschalige’ initiatieven.

Zodra de ENS ontstaat en Europa eigen burgers en bedrijven krijgt, met eigen wetten is verder schaalvergroting mogelijk. Maar ook dan moeten we waken van monopolievorming. Big Tech uit het buitenland moet niet alleen voldoen aan

MICA en de EU AI Act maar kan ook een schaalbelasting over hun omzet verwachten, om de kleinschalige Europese ondernemingen te beschermen.

Meer aandacht voor lokale en regionale energieproductie vermindert de druk op het overbelaste electriciteitsnetwerk. Met zonnecellen, Windmolens, batterijen (een later waterstof-opslag) kunnen vele lokaal energienetwerken ontstaan.


Europa dient grondstoffen en metalen, nodig voor de groene transitie uit de diepzee te halen. Er worden geen mijnen op land geopend. De diepzee-mijnbouw zal echter beperkt en tijdelijk zijn omdat grondstoffen binnen de EU gerecycled gaan worden.

Door de dreiging van Rusland en afhankelijkheid van de defensie van VS dient zo snel mogelijk te een gemeenschappelijke Europese defensie-industrie te worden opgebouwd. De overstap van EU naar ENS, met eigen burgers, biedt de EU een extra handvat om een eigen defensie op te bouwen, waarbij alle inliggende neo-staten worden meegenomen.

Om de participatieeconomie te bevorderen dient de EU/ENS de digitale innovatie op het sociale domein te concentreren.  De participatiesectoren kunnen sterken groeien door inzet van AI en blockchain

technologie. De AI wordt zorg-, arbeid-, onderwijs- en cultuur-coach en zal de productiviteit aanzienlijk verhogen. De ORA of een vergelijkbaar verdeelinstrument zal er voor zorgen dat iedereen aan arbeid participeert. Als het mensenwerk weer menselijker wordt zal het ook aantrekkelijker worden voor iedereen.   

We versnellen de overgang naar een duurzaam Europa door nieuwe digitale munten voor koolstof, stikstof en vervoer in te voeren

De ENS kiest voor bio- en culturelere diversiteit. Ze stimuleert identeitsvorming en de sociale organisatie van nieuwe identiteiten. Dat sluit in een diversiteit van gender en samenlevingsvormen. Tegelijkertijd stimuleert de ENS democratie op alle schalen zodat groepen mensen leren met elkaar te communiceren.

De verhouding van de EU en de opvolger ENS, tot de reset van de wereld veranderd. De participatie-economie is minder op goederen en meer op mensenwerk gericht en is dus ‘locatie-gebonden’. Dat betekent dat de export van goederen zal afnemen. Sociale en duurzaamheidseisen zullen onze goederen bovendien ‘duurder’ maken dan concurrenten. Hier tegenover staat dat de EU import die overduidelijk niet voldoen aan onze eigen sociale en duurzaamheidseisen, met import tarieven zal gaan belasten. De keuze voor sociale vernieuwing zal nieuwe exportproducten mogelijk maken.

Het democratische neostaten- model in combinatie met de participatie-economie is het Europese antwoord op autocratisch graaikapitalisme van de VS en het staatskapitalisme van de  China. De EU kiest voor de burger. Terwijl de VS de macht neerlegt bij de big Tech ondernemers, China bij de staat, legt de EU de macht uitdrukkelijk bij de burger. Persoonsgegevens zijn in de VS eigendom van bedrijven, in China van de staat, en in de EU van de burger zelf. Deze verschillen sluiten handel niet uit. De concurrentie met china (goedkope arbeid en goedkope wind en zon technologie)  en de VS (de big five) wordt in breder handelsovereenkomst gegoten waarin afhankelijkheden beheersbaar worden gemaakt. De vrije markt is niet langer dogma.

De EU zal de welvaartspomp (zie nederland) EU-breed invoeren. Dat schept nauwe banden met de herkomstland van migranten. Als de ENS ontstaat kan Europa eigen aanvullende migratiebeleid (los van de nationale neostaten) ontplooien, waarbij, - omdat de grond gedeeld wordt – expliciet afspraken met andere neostaten (die de historische rechten hebben) moeten worden gemaakt.   

Hoewel het huidige Europa de beste uitgangspositie heeft om zich om te vormen tot een neostaat, kan het idee ook buiten Europa worden toegepast. Continentale samenwerkingsverbanden zoals de Afrikaanse Unie (AU) of de Unie van Zuid Amerikaanse landen (UZAN) kunnen in potentie een continentale neostaat worden.


Notities

Privacy beleid

OK