1/3
De bestuurlijke organisatie van Nederland is in 1848 door Thorbecke ingevoerd. Het 3 lagen model, een Rijksniveau met afhankelijke provincies en gemeenten als uitvoeringsorganisaties past niet meer in deze tijd. In onze identiteitsrijke werkelijkheid zijn meer zelfstandige, en meer gelijkwaardige regio’s en gemeenten nodig. (). Er is meer dualisme nodig, met name op Rijksniveau. Nederlanders kiezen voortaan direct de minister-president. Het parlement wordt deels direct en deels per disctrict gekozen. De Eerste en Tweede kamer worden samengevoegd (totaal 225 zetels) in de Staten Generaal. De zetels van de Eerste Kamer worden gevuld met vertegenwoordigers van de Nieuwe Regio’s direct gekozen door de burgers (partieel districtenstelsel).
De kamers vergaderen voortaan altijd samen. De verhouding direct/disctrict kan wijzingen als regio’s identiteitsrijker worden.
De geomacht van de natiestaat is dominant. Nodig is dat alle stemmen voortaan tellen. Daarom dienen we een Buitenkamer in te voeren. Een groeiende politieke polarisatie vraagt ook om een nieuw bestuurlijk instrument: een a-politiek Burgerberaad.
De Nederlandse geostaat wordt een neo-staat waarbij alle burgers starten met een primaire identiteit gelijk aan de nationale schaal. Burgers zij vrij om hun identiteit te verschuiven naar hogere of lagere schalen van bestuur. Omdat verschuivingen zich moeten vertalen in machtsverschuivingen tussen neostaten die veel tijd kosten is het verstandig de keuze te koppelen aan verkiezingen, eens per 8 jaar.
Het klassieke kerntakenpakket van de Nedelandse natiestaat bestaat uit defensie, en openbare orde, en wetgeving die de structurele randvoorwaarden zijn voor de inrichting van de economie, arbeid, onderwijs, zorg, huisvensting, cultuur, alsmede inkomensbeleid en belastingen. Veel taken worden met de benodigde middelen overdragen aan regio’s. Als er nieuwe regionale neo-staten ontstaan kunnen delen van de wetgeving worden overgedragen. De taak van defensie kan het beste worden overgeheveld naar de EU.
Nederland is een rijk en open land. In een tijd van globalisering veroorzaakt dat grote migratiestromen.
2/3
De ongereguleerde stromen scheppen een toenemende onrust onder de bevolking omdat concurrentie op basisvoorzieningen (huisvesting, zorg, onderwijs) en werk toeneemt en de culturele identiteit wordt bedreigd. Het is noodzakelijk de stromen beter te reguleren door plafonds in te stellen voor de verschillende stromen.
Toeristenstromen moeten worden gereguleerd door visa in te voeren en die aan een maximum te verbinden.
(Arbeids)migratiebeleid moet gericht zijn op het idee van een ‘welvaartspomp’: migranten moeten na 5 jaar terugkeren naar hun thuisland en nemen kennis, vaardigheden en geld mee, waarmee welvaart beter wordt verdeeld. Dit gereguleerde proces helpt de economische groei in het land van herkomst en vermindert migratiedruk in het land van opvang.
Voor een effectieve werking van de welvaartspomp moeten goede afspraken worden gemaakt tussen opvanglanden en bronlanden.
De welvaartspomp voor migratie binnen de EU is anders dan voor migratie van buiten de EU. De arbeidsmigrant uit Oost Europa heeft gelijke rechten op basiszekerheid en basisvoorzieningen als de Nederlander. Uitbuiting wordt voorkomen door de plicht voor werkgever en werknemer met geregistreerde arbeidscredits te werken. De salaris van bedrijven (boven op het basisloon) is afhankelijk van de welvaartsgap tussen herkomst en opvangland. Bedrijven dragen de kosten voor begeleiden, opleiden en inwerken van migranten waarbij men sectoraal kan worden ‘gesubsidieerd’ via de profielbelasting.
Die welvaartsgap is voor arbeidsmigratie van buiten Europa veel groter en vraagt om extra regels. Toegang verloopt via officiële aanmeldcentra voor arbeidsmigratie buiten de EU. Bij selectie voor arbeidsmigratie worden arbeidscredits en leercredits voor 5 jaar verstrekt, die nauwkeurig worden geadministreerd. Het voorkomt uitbuiting. Migranten ontvangen basishuisvesting, werk en basisinkomen. Na een aantal jaren zullen ze met deze opgedane ‘welvaart’ weer remigreren naar hun land van herkomst. Ze nemen niet alleen welvaart mee, maar ook kennis, nieuwe ondernemerschap en werkgelegenheid en in sommige gevallen: een financiele bonus. De plaatsen die vrijkomen door de remigranten kunnen weer worden opgevuld door nieuwe migranten.
3/3
Zo ontstaat er een welvaartspomp waarin de migrant wordt ‘gebruikt’ om een mondiale herverdeling van rijkdom te realiseren. Het grote aantal illegalen in de EU, wordt bij de start van de welvaartspomp eenmalig gelegaliseerd.
Veel kennismigranten, expats en studenten worden door bedrijven naar Nederland gehaald met aantrekkelijke salarissen en soms huisvesting. Ze zijn belangrijk voor de economie, omdat ze welvaart naar Nederland brengen. Het idee van 'welvaarts-egalisatie' houdt in dat deze migranten actief moeten bijdragen aan het delen van kennis, ervaring en het opleiden van mensen in beroepen waar veel vraag naar is. Als de migrant terugkeert, blijft een deel van de welvaartsgroei achter in Nederland.
Asielbeleid wordt geintegreerd in de welvaartspomp. De asielaanvraag start pas op het moment van verwachte terugkeer. Dan wordt de economische en echte vluchteling onderscheiden, en kan een permanente of verlenging van de verblijfsvergunning worden verstrekt.
Migranten afkomstig uit een neostaat, die hun schaalbare paspoort hebben opgeschaald naar mondiaal niveau worden beschouwd als VN-burger. Met de VN kunnen afzonderlijke afspraken worden gemaakt over eventuele langere verblijfsduur.
De angst dat niemand wil remigreren is ongegrond. Ook migranten hechten aan de eigen culturele roots. De welvaartspompen geven migranten juist meer greep om hun toekomst. Afrikaanse landen zullen bereid zijn migranten terug te nemen, als ze ook arbeidsmigranten voor de welvaartspomp mogen leveren.
Feit is, dat het vergrijzende Nederland de bovengenoemde arbeidspool heel hard nodig zal hebben. Feit is dat Nederland alleen nog in bevolkingsomvang groeit ten gevolge van een positief saldo migratie. Met een afgewogen mix van migratie en remigratie kan de bevolkingsomvang beter worden gereguleerd en kan worden voorkomen dat we grenzen overschrijden. Feit is dat alleen met een goed migratiebeleid de rust in de EU kan terugkeren.