Systeem9. Wonen

De overheid dient te zorgen voor een basisvoorziening in de volkshuisvesting, die bestaat uit betaalbare huurwoningen. De basisvoorziening omvat huurwoningen van woningcorporaties en gemeentelijke woningbedrijven en is breed toegankelijk: het is niet alleen voor de laagste inkomens. Er is geen marktwerking in de basisvoorziening. Daarentegen is het kopen van een eigen woning is uitsluitend een zaak van de markt. Het bevorderen van eigen woningbezit is niet langer een taak voor de overheid.

Het recht op wonen wordt wettelijk vastgelegd. Niemand mag uit huis worden gezet zonder een passende vervangende woning. Dit zorgt voor zekerheid, vooral in financieel moeilijke tijden.

Door het combineren van basisloon en basisinkomens en de hervorming van het arbeidsmarktbeleid (met langere periodes tussen banen) zullen de inkomens van huishoudens sterker fluctueren. Om deze fluctuaties op te vangen, en de wettelijke rechten te garanderen worden inkomensafhankelijke huren ingevoerd. Het  betekent dat de huurprijs afhankelijk is van het huishoudinkomen van de huurder. Als het inkomen stijgt, stijgt ook de huur. Maar bij een daling van het inkomen, gaat de huur omlaag. Dit systeem bevordert doorstroming en zorgt ervoor dat mensen in een woning kunnen blijven die bij hun situatie past.

Het huidige puntenstelsel voor de berekening van maximale huurprijzen wordt daarvoor vervangen door een systeem waarin per woning zowel de minimale als de maximale huurprijs wordt vastgesteld.

Verhuurders worden verplicht inkomensafhankelijke huren binnen de toegestane grenzen te bepalen. De huurtoeslagen die nu via het belastingstelsel verlopen, worden omgezet naar een woonfonds. Verhuurders in de basisvoorziening kunnen een bijdrage uit dit fonds aanvragen voor de laagste huurprijzen.

Met inkomensafhankelijke huren wordt de relatie tussen huurder en verhuurder intensiever. Beide partijen hebben baat bij een goede relatie. Huurders met een veranderende gezinssamenstelling kunnen bijvoorbeeld aantrekkelijker zijn voor verhuurders, omdat ze meer huur kunnen betalen. Verhuurders zullen daardoor meer aandacht hebben voor de woonwensen van hun huurders en voor sociaal beleid.

Dit systeem zorgt ook voor flexibiliteit op de huurwoningmarkt. Woningcorporaties en gemeentelijke woningbedrijven zullen actiever worden bij het herhuisvesten van huurders als hun situatie verandert. Meer woonzekerheid gaat samen met meer bewegelijkheid en flexibiliteit.

Door de nieuwe dynamiek op de huurwoningmarkt zullen nieuwe woningbedrijven ontstaan. Iedereen mag een eigen woningbedrijf beginnen. Er zullen ook meer wooncoöperaties ontstaan, waarbij burgers zelf hun woningen beheren en verhuren. Dit zorgt voor een grotere verscheidenheid aan woonopties en versterkt de sociale cohesie in de samenleving.

De overheid zal nieuwe randvoorwaarden aan de woningmarkt opleggen.

Met een progressieve schaalbelasting op de omzet van marktpartijen creeren we een markt waarin een groot aantal kleinere, gespecialiseerde woningcorporaties en woningbedrijven met elkaar concurreren.  Grote projectontwikkelaars zullen hun koers wijzigen als woningbezit minder aantrekkelijk wordt en waardestijgingen van woningen tot belastingaanslagen leiden.

Het wonen zelf zal veranderen. Wonen zal inclusief natuur, werk, onderwijs of zorgfunctie worden. Bijvoorbeeld gezins-zorgwoningen, onderwijswoningen of meer-generaties-woningen. De woningmarkt wordt een  woonrelatiemarkt, die zich richt op nieuwe vormen van samenwonen. Het  zal de sociale cohesie in de samenleving versterken. Nieuwe vormen van samenwonen en doorstroming brengt de (huur)woningmarkt in beweging brengt.

De basisvoorziening en woningbedrijven zullen sterk differentiëren om tegemoet te komen aan nieuwe woonwensen in de samenleving. Dit zorgt voor een dynamische en flexibele woningmarkt waarin geen tekorten meer optreden.

Door de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek zullen eigenaar/bewoners waarvan de woningen ‘onder water’ komen te staan hun woningen moeten verkopen. De overheid ondersteunt geen woningbezit meer, maar inkomensafhankelijke huren kunnen banken en woningcorporaties aansporen om deze huizen te kopen en de voormalige eigenaren als huurders te plaatsen. Hogere huishoudinkomens leiden dan tot hogere huuropbrengsten. De overheid kan dit ondersteunen door een deel van de bespaarde hypotheekrenteaftrek in een conversiefonds te storten voor specifieke gevallen.

Notities

Privacy beleid

OK