Systeem10. Democratie

Een basisvoorziening van een democratische samenleving is de politieke en maatschappelijke participatie van burgers. In de afgelopen jaren is het vertrouwen van burgers in politiek en bestuur sterk gedaald, waarmee ook de democratie in gevaar komt. Systeem10 is een ‘Deltaplan Democratie’ dat ons weer moet leren om democratisch samen te leven.  Het bestaat uit een nieuw kiesstelsel, meer dualisme, een nieuwe manier van vertegenwoordigen en nieuwe Kamers.

De democratische wereld kent twee soorten bestuurssystemen: het presidentiële systeem zoals in de VS, Engeland en Frankrijk met een direct gekozen president en een volksvertegenwoordiging op basis van districten; daarnaast kennen we het evenredigheidssysteem zoals in Nederland

en Duitsland waarin de volksvertegenwoordiging direct gekozen wordt, waarbij de regering wordt gevormd in coalitie-onderhandelingen.

Onderdeel van het deltaplan is een nieuw bestuurssysteem dat beide systemen combineert: de burger krijgtdaarbij  een dubbele stem. Voor Nederland betekent dat een extra verkiezing, waarbij de minister-president direct wordt gekozen. De formatie(periode) wordt afgeschaft. De minister-president kan zijn eigen dagelijks bestuur samen, maar moet daarbij rekening houden met de samenstelling van het parlement. Het bestuur krijgt meer macht, levert meer daadkracht, maar zal zijn beleid ook goedgekeurd moeten krijgen in een onafhankelijk parlement.

 Dat is geen eenvoudig systeem in deze tijd van polarisering.

Meer dualisme kan tot felle debatten leiden, die tot onwerkbare verhoudingen kan leiden in het parlement. Maar discussie, debat en compromissen is wat een democratie tot democratie maakt. Daar mogen we niet voor weglopen. Sterker nog,  het debat creëert betere volksvertegenwoordigers en betere bestuurders en versterkt de democratie.

Wil de burger het resultaat van dit debat accepteren, dan moet de band tussen kiezer en vertegenwoordiger sterker worden. De persoon wordt belangrijker dan de lijst. Met een stem op een vertegenwoordiger geeft de kiezer deze persoon een volmacht om tot de volgende verkiezingen namens hem of haar te stemmen. De gekozene kan ‘meer’ doen met zijn stemmen. Iemand die de kiesdrempel haalt is automatisch gekozen en kan zelf het surplus aan stemmen toewijzen aan anderen op de lijst.

 Dit verschuift de macht van partij naar persoon en vermindert fractiediscipline.

Individuele vertegenwoordigers zullen zich meer profileren om de band met hun kiezers te versterken. Dat kan leiden tot interne conflicten en zetelroof. Daarom wordt de partijlijn extra ondersteund, met de regel dat als iemand die de partij verlaat hij of zij ook voortaan het parlement moet verlaten. Dit dwingt partijen tot meer intern debat om de samenhang te bewaren.

Een dubbele stem vereist nieuwe Kamers. De Eerste en Tweede Kamer worden samengevoegd en er komen twee nieuwe Kamers bij: een Buitenkamer en een Burgerberaad. Het idee van de Buitenkamer is dat alle stemmen tellen, ook die van niet-stemmers. Als je niet stemt, behoud je het recht om zelf te blijven stemmen.

Dit is het principe van vloeibare democratie, waarin volksvertegenwoordigers en niet vertegenwoordigde burgers samen beslissingen nemen.

Burgers hebben echter tijd noch kennis om aan het stemproces van het parlement deel te nemen. Daarom stel ik een Buitenkamer dat bestaat uit een aantal onbezette zetels die later bij internetverkiezingen voor de niet-stemmers gevuld kunnen worden door vertegenwoordigers. De omvang van de Buitenkamer hangt af van het opkomstpercentage bij verkiezingen. Bij 70% opkomst voor een kamer van 150 zetels, is de Buitenkamer 64 zetels groot. Iedereen kan zich persoonlijk kandidaat stellen voor deze zetels. Naar verwachting zullen de vertegenwoordigers in de Buitenkamer vaak gekozen worden door namens

belangengroepen, burgerbewegingen, politieke partijen, NGO’s of sociale media(!) op te treden. Er ontstaat in nieuw type vertegenwoordiger. De stemmingen verlopen via internet. Als iemand de kiesdeler haalt, kan hij of zij van afstand meestemmen met de Staten Generaal.

De niet-stemmer weet meestal vooraf hoe zijn of haar vertegenwoordiger zal gaan stemmen, want de niet-stemmer kan verschillende soorten volmachten afgeven in een stemronde voor de buitenparlementaire vertegenwoordigers van de Buitenkamer. Met de aard van volmacht wordt het vertrouwen van de niet-stemmer in de persoon uitgedrukt.

Een volmacht kan worden afgegeven voor een enkel voorstel, voor alle voorstellen van een of meerdere vergaderingen, voor een of meerdere categorieën van voorstellen en voor een kortere of langere duur.  De zittingsduur van de buitenparlementair vertegenwoordigers is dus variabel. Mede door deze dynamiek kan de buitenparlementaire vertegenwoordiging daarmee een nieuwe machtsfactor worden.

Naast de Buitenkamer wordt een Burgerberaad ingesteld: het burgerberaad (40 zetels). Deelnemers aan een burgerberaad worden gekozen door loting. De loting gebeurt op basis van vooraf afgesproken kenmerken zoals leeftijd, woonsituaties en opleiding. Dat zorgt voor een ‘afspiegeling’ van de samenleving. De agenda wordt bepaald door een actueel onderwerp. Voor elke nieuw onderwerp wordt de raad ontbonden en zijn er nieuwe verkiezingen. 

Na de samenstelling gaat de raad in een reeks bijeenkomsten het onderwerp bespreken, waarbij ze externe adviseurs kunnen raadplegen. De uitkomst van een burgerberaad wordt als advies gepresenteerd aan de Staten Generaal, die er een besluit over moet nemen. Uit het burgerberaad wordt een commissie samengesteld die de ‘uitvoering’ van het besluit beoordeeld en terugkoppelt aan de samenleving.

De dubbele stem, de Staten-Generaal, Buitenkamer en Burgerberaad zullen de democratie vernieuwen. Dit zal democratische participatie op meerdere niveaus stimuleren. Nieuwe vormen van burgerparticipatie en vertegenwoordiging zullen ontstaan. In een vloeibare democratie wordt de machtsverdeling minder voorspelbaar. Hierdoor wordt democratie een gemeenschapsproces, wat de kloof tussen burger en bestuur zal dichten. 


Notities

Privacy beleid

OK